Per jaar produceren we in Nederland ongeveer 60 miljard kilogram afval. Het meeste van dit afval kunnen we recyclen of op een andere manier nuttig toepassen. De twee miljard kilogram afval die overblijft, bergen we zorgvuldig op in een stortplaats. Op deze stortplaats blijft het afval – volledig ingepakt en continu gemonitord – voor altijd liggen. Dit ingepakte afval vraagt eeuwigdurende controle en onderhoud om te voorkomen dat de bodem en het grondwater verontreinigd raakt.
Dit is de aanleiding voor de afvalbranche, de provincies en de rijksoverheid om te onderzoeken of een andere en meer duurzame werkwijze bestaat. Samen met een vast teams van wetenschappers is het programma ‘introductie Duurzaam Stortbeheer’ (iDS) opgezet. Centraal staat de vraag of het mogelijk is verontreiniging al binnen de stortplaats af te breken en onschadelijk te maken. Zodat we toekomstige generaties niet belasten met ons afval. Duurzaam stortbeheer beperkt de noodzaak van eeuwigdurende controle en we realiseren hiermee een aanzienlijke kostenbesparing. Het biedt ook voordelen voor ruimtegebruik. Want duurzaam beheerde stortplaatsen kunnen langdurig voor andere doeleinden worden ingezet.
Pilots
Op 1 juli 2016 is de Green Deal Duurzaam Stortbeheer getekend door rijksoverheid, provincies en afvalbranche. Het onderzoek is in 2017 gestart op drie pilotlocaties in Noord-Holland, Noord-Brabant en Flevoland. Bij duurzaam stortbeheer wordt water en/of lucht toegevoegd wat biologische afbraakprocessen in de stortplaats stimuleert. Het doel is te onderzoeken of de verontreinigingen binnen één generatie afgebroken kunnen worden. De kwaliteit van het achterblijvende materiaal moet voldoen aan vooraf vastgestelde milieuhygiënische eisen, zodat er geen risico is meer is voor het milieu. Als de pilots succesvol zijn, hebben de stortplaatsen daarna minder aandacht nodig.
Tussenevaluatie
In 2021 heeft een tussenevaluatie plaatsgevonden. Deze evaluatie maakt duidelijk dat de pilot kans van slagen heeft zonder negatief effect op het milieu. De gewenste processen, zoals de uitspoeling van verontreinigingen en natuurlijke afbraak/stabilisatie van organisch materiaal zijn in gang zijn gezet. Dit geeft vertrouwen in de toekomst en reden om met de pilots door te gaan. Naar aanleiding van de tussenevaluatie van de iDS-pilot hebben de samenwerkende organisaties besloten het programma met vier jaar te verlengen. Op basis van meer meetgegevens kan namelijk een beter onderbouwde eindconclusie worden getrokken. Als het experiment slaagt, kan duurzaam stortbeheer een definitieve regeling worden in het Stortbesluit bodembescherming.
PDS-locaties
Naast de drie pilotlocaties zijn er negen andere stortplaatsen, waar bij slagen van het onderzoek in de toekomst ook duurzaam stortbeheer kan worden toegepast. Deze negen locaties zijn nog niet definitief aan de bovenkant afgedicht, maar voorzien van een tijdelijke afdeklaag. De drie pilotlocaties en de negen potentiële locaties, de zogeheten Potentieel Duurzaal Stortbeheer-locaties (PDS-locaties) zijn allemaal voorzien van een goed functionerende onderafdichting en een monitoringssysteem, zodat er tussentijds geen risico is op verontreiniging van het grondwater.
Veiligheid en zorgvuldig
De aanpak van iDS klinkt eenvoudig, maar vergt een zorgvuldige aanpak. Om het project iDS veilig en verantwoord uit te voeren, vindt uitgebreide monitoring plaats door de stortplaatsexploitanten en het bevoegd gezag. Het project vindt plaats met betrokkenheid van onafhankelijke, wetenschappelijke instituten, waaronder TU Delft en Wageningen University & Research (WUR).